Uit Nieuwsbrief Schrijfatelier 29 augustus 2017
In juni volgde ik een workshop van de dichter Tjitske Jansen. Met haar meesterlijke bundel Koerikoeloem heeft ze volgens mij de grenzen van de poëzie, of wat wij daaronder verstaan, een beetje opgerekt. Een buitenkans dus, deze workshop.
Als we een woord, een zin, een alinea te makkelijk opschreven, adviseerde Tjitske: ‘Dwing jezelf om bij het beeld te blijven en er over door te schrijven, cirkel er om heen, blijf erbij, woord voor woord.’ En wij bleven bij het beeld en onze teksten wonnen aan verbeeldingskracht.
Als we onze gedichten te snel voorlazen, gaf ze eigenlijk hetzelfde advies: ‘Zie het voor je terwijl je leest. Ieder woord voor je zien. Blijf erbij.’ Gouden tip, want je gaat vanzelf langzamer lezen en ieder woord raakt bezield door jouw adem en aandacht.
En zo werd het schrijven een oefening in aanwezigheid.
(Buitenkunst zelf was wat minder zen: klapperende schrijftent, koude regenbuien, kapotte tentstok en eettent vol rondspringende kinderen. Of juist héél erg zen, om ons rustig naar woorden te laten zoeken temidden van deze permanente overprikkeling van onze zintuigen.)
Hoe dan ook, de zenlessen van Tjitske Jansen zinderen nu al de hele zomer bij me na.
Blijf erbij. Blijf erbij. Blijf erbij.
‘Er was mos. Het levende bewijs dat je kunt groeien zonder wortels.’
(UIt: Koerikoeloem van Tjitske Jansen)